Sandra Gerritsen
• 51 jaar
• Chauffeur
• Woonachtig in Sassenheim
• Standplaats Leiderdorp
• Werkt 30 uur per week
• Moeder van 2 dochters (23 en 25)
• Hobby’s lezen en diamond painting
• Opleiding doktersassistent
Mag een blad nog in vrijheid vallen
Met een voldane zucht slaat Sandra die middag in het voorjaar van 2024 haar boek dicht. Het is tijd om zich klaar te maken voor de avonddienst. Het volgende hoofdstuk in de ervaringsverhalen van Kathryn Mannix met de titel ‘Met het einde in gedachten’ zal moeten wachten tot morgen. Veel te vroeg komt ze aan op de post in Leiderdorp. Zo is ze dat gewend, in alle rust de dienst voorbereiden. De auto op haar naam zetten, inloggen op de TomTom, tassen inspecteren en rustig ‘een bakkie’ doen.
Even voor tienen die avond, als de dienst in volle gang is, belt de triagist. Of ze met de arts langs meneer De Vries wil rijden die terminaal is. De familie vindt vader erg benauwd en de nervositeit is om die reden nogal opgelopen op het opgegeven adres. Sandra zet koers naar de Stevenshof, met op de bijrijdersstoel de visite-arts. Even later stappen ze de woonkamer in waar meneer De Vries op bed ligt. Hij wordt omringd door zijn echtgenote, twee bezorgde zonen en een schoondochter. Een zuurstofapparaat sist intens en het felle lamplicht onderstreept het paniekgevoel van de familie. De visitearts buigt zich over het broze lichaam van de oude man en ze onderzoekt hem voorzichtig. Sandra moet onontkoombaar denken aan de verhalen in het boek dat thuis op haar wacht. Zij ziet bij de ademhaling van meneer De Vries het patroon wat de palliatieve arts Kathryn Mannix veelvuldig beschrijft in de dertig waargebeurde verhalen over een levenseinde. In stilte
hoopt ze dat de huisarts niet gaat ingrijpen met medicatie.
De arts beëindigt het onderzoek en richt zich nu tot de familie als ze zegt: “Wat ik zie is dat uw man en vader hier heel rustig ligt.” Vervolgens legt ze uit dat de afwijkende ademhaling waar de zonen zich zo druk om maken, hoort bij het stervensproces en niets te maken heeft met benauwdheid. Daarna beargumenteert ze hardop waarom ze besluit geen medicatie toe te dienen. Sandra is opgelucht over de bevindingen. Samen zetten ze het zuurstofapparaat uit en dimmen het licht. Opeens is het een stuk vrediger en serener in de woonkamer en lijkt de familie wat te ontspannen.
Eenmaal in de auto klikt Sandra de nieuwe order aan en komt het adres van de volgende te bezoeken patiënt op de TomTom. Als ook deze visite is afgerond, is de dienst afgelopen. Op de terugweg naar de post belt de triagist opnieuw. Ze deelt mee dat meneer De Vries zojuist is overleden. Sandra en de arts kijken elkaar aan. Ze besluiten zelf te gaan schouwen en geven dit door aan de triagist. Voor de familie van meneer De Vries is het immers fijner om dezelfde gezichten over de vloer te krijgen. Bij aankomst merken beide zorgverleners meteen dat het sterfbed van de bejaarde man zich waardig en natuurlijk heeft voltrokken.
Sandra Gerritsen concludeert: “We doen nog wel eens ingewikkeld over de dood maar eens gaan we allemaal. Wat ik zo bijzonder vind bij deze visite is dat we eigenlijk niets hebben gedaan en daardoor zoveel hebben kunnen betekenen. Ik denk dat het laatste stukje van dit sterfbed heeft geleid tot een intiem en vredig afscheid. Ooit wilde ik werken op de ambulance. Inmiddels heb ik ontdekt dat werken op de huisartsenpost, en dus veelal in een huiselijke sfeer, veel beter bij mij past. En gek genoeg, als ik een boek lees, dan kom ik die materie altijd weer tegen op mijn pad”.