In elke editie van het LIMES magazine duiken we dieper in een prikkelende kwestie met ‘De Pittige Stelling’. Na iedere verschijning van het magazine delen we dit ook graag op onze werkenbijpagina. We leggen deze stelling voor aan diverse stakeholders in de zorgsector: van patiënten tot zorgverleners en ketenpartners. Hun diverse perspectieven geven een boeiende inkijk in de complexiteit van de hedendaagse zorgpraktijk. Deze keer hebben we de stelling voorgelegd:
‘Voor goede acute zorg moet het medisch dossier van een patiënt altijd geheel beschikbaar zijn.’
Lees verder voor de bevlogen reacties van Wilma Roerade (manager thuiszorg Marente), Ingrid Lieverse (huisarts en medisch manager bij HP De LIMES), Jeannette de Heij (lid van de cliëntenraad), Jaap van Leeuwen (patiënt uit ons werkgebied) en Audrey van Schaik (bestuurder GGZ Rivierduinen).
WILMA ROERADE – MANAGER THUISZORG MARENTE
“De stelling is een mooi uitgangspunt, maar in de praktijk lastig te realiseren. Acute zorg is immers onvoorspelbaar. Je weet niet van tevoren wie het nodig zal hebben. Het kan iedere bewoner in de regio overkomen, soms zonder dat er al een zorgrelatie bestaat. In de thuiszorg is het belangrijk dat we toegang hebben tot de juiste medische informatie. Bij cliënten krijgen we die meestal via de huisarts, en dit verloopt over het algemeen goed. De samenwerking met huisartsen is essentieel om de juiste zorg te bieden, vooral in acute situaties. Maar niet alle kwetsbare ouderen zijn thuiszorgcliënten. Sommige hebben bijvoorbeeld alleen een abonnement op personenalarmering. Als deze ouderen ’s nachts alarm slaan, gaat een verpleegkundige van ReBOZ eropaf. Zij doen dan een triage, maar beschikken vaak niet over medische gegevens. Dat kan leiden tot vertraging in de zorg, omdat je belangrijke informatie mist om snel en adequaat te handelen. De vraag is: hoe zorg je voor toegang tot medische gegevens van mensen waarmee op dat moment geen behandelrelatie is? Dit is een uitdaging voor de toekomst. We moeten een manier vinden om medische informatie binnen de eerstelijn veilig en efficiënt te delen, zonder de privacy te schenden. Er is zeker nog werk aan de winkel om deze processen te verbeteren.”
INGRID LIEVERSE – HUISARTS EN MEDISCH MANAGER BIJ DE LIMES
“Ik ben het niet eens met de stelling. Voor goede acute zorg heb je niet het volledige medisch dossier nodig, maar wel de essentiële gegevens. Denk aan voorgeschiedenis, medicatie en allergieën. Deze informatie is onmisbaar als de patiënt zelf niet kan communiceren, zoals bij spoedgevallen. Gelukkig is al veel medische informatie beschikbaar via het Landelijk Schakelpunt (LSP), mits de patiënt hiervoor toestemming heeft gegeven. Een nieuwe ontwikkeling is Mitz, een platform waar patiënten zelf kunnen bepalen welke zorgverleners toegang krijgen tot hun gegevens. Hoewel het systeem nog niet overal is geïmplementeerd, biedt het hoop voor de toekomst van veilige gegevensuitwisseling. Bij kwetsbare en oudere patiënten is het ook belangrijk om zorgwensen vast te leggen via advanced care planning. Zulke afspraken, bijvoorbeeld over wel of niet reanimeren, moeten gedeeld worden met de huisartsenpost. Voor de dienstdoende arts, die de patiënt vaak niet persoonlijk kent, zijn dit belangrijke handvatten. Het opstellen van zorgplannen helpt bovendien om moeilijke beslissingen te nemen. Een arts moet bijvoorbeeld kunnen kiezen tussen thuis laten of insturen naar het ziekenhuis. Het kennen van de wensen van de patiënt voorkomt onnodige behandelingen. Zoals Sir William Osler ooit zei: ‘Longontsteking is de beste vriend van de oudere man’. Soms is comfort belangrijker dan medische interventies. Door vooraf goede afspraken te maken, bouw je een stevige basis voor acute zorg.”
AUDREY VAN SCHAIK – BESTUURDER GGZ RIVIERDUINEN
“Mee eens! Hoe onhandig als je midden in de nacht geconfronteerd wordt met een patiënt die onduidelijk is over andere specialistische behandelingen, medische voorgeschiedenis en praat over witte en gele pilletjes. Hoewel ik vanuit het perspectief van de patiënt ook wel snap dat het vaak moeilijk is al deze zaken uit elkaar te houden en te begrijpen. Al langer bestaat de wens dat er één medisch dossier is of een koppeling van dossiers met inzagemogelijkheid. Maar een beschikbaar dossier voor de acute zorg is al een mooie eerste stap. Ook vanuit de acute ggz wordt dit ondersteund. Immers, als iemand wordt gepresenteerd op de PEH (psychiatrische eerste hulp) of wordt beoordeeld door de crisisdienst thuis of op straat, wil je de meest actuele medische informatie beschikbaar hebben. Maar… er bestaat ook een zorg bij patiënten als hun psychiatrische voorgeschiedenis overal bekend is. Het stigma voor psychische ziektes is nog altijd aanwezig.
Word ik nog wel serieus genomen? Denkt men dat al mijn klachten tussen de oren zitten? Krijg ik wel dezelfde aandacht? Word ik als een psychiatrische aansteller gezien? Kortom, patiënten hebben aarzelingen. En ook psychiatrische hulpverleners zijn bezorgd dat hun patiënten nadeel ondervinden als hun psychische voorgeschiedenis op straat ligt. Zo had ik zelf afgelopen weekend dienst voor GGZ Rivierduinen. De crisisdienst moest een patiënt, opgenomen i.v.m. een overdosis, beoordelen in het reguliere ziekenhuis. Het betrof een beoordeling van de suïcidaliteit. Na een goed gesprek en passende vervolgafspraken kregen we over één punt echter geen overeenstemming. De patiënte wilde pertinent niet dat de huisarts op de hoogte werd gesteld. Ze was bang daarna ‘voor gek’ te worden aangezien. Tja, het kostte nog een extra uurtje gesprek om haar zorgen en schaamte te bespreken. Het belang van het delen van medische informatie, ook met het oog op de toekomst. Om tot slot samen de brief, die naar de huisarts zou uitgaan, door te nemen. Als het goed is, heeft de huisarts de volgende dag de crisisdienstbeoordeling via zorgmail ontvangen.
Kortom, er zijn zorgen over somatiek en psyche in één dossier.”
JAAP VAN LEEUWEN – PATIËNT UIT DE REGIO
“Als patiënt zeg ik volmondig ‘eens’ met de stelling. Bij acute zorg wil ik dat alle gegevens die relevant zijn direct beschikbaar zijn voor de zorgverleners. Het gaat niet alleen om mijn medische geschiedenis, maar vooral ook om belangrijke details zoals behandelingen en medicijnen die bij mij niet werken of juist schadelijk zijn geweest. Ik vind niet dat alleen artsen toegang hoeven te hebben. Iedereen die bevoegd en bekwaam is om acute zorg te bieden, moet mijn dossier kunnen inzien, zoals verpleegkundigen of andere zorgverleners. Toegang via DigiD of een vergelijkbaar systeem lijkt mij een goede oplossing. Daarbij is het wel belangrijk dat achteraf duidelijk is wie mijn gegevens heeft geraadpleegd en wanneer. Mijn privacy is belangrijk, maar mijn veiligheid staat voorop. Het geeft mij rust te weten dat een hulpverlener in een noodsituatie snel kan handelen en voorkomt dat ik onnodig risico loop door verkeerde medicatie. Zorgverleners moeten wel zorgvuldig omgaan met mijn gegevens. Ik wil zeker weten dat mijn informatie alleen voor zorgdoelen wordt gebruikt en niet zomaar met derden wordt gedeeld. Kortom, ik zie geen reden om te wachten: aan de slag, gezondheidszorg! Ik geef hierbij alvast mijn toestemming.”
JEANNETTE DE HEIJ – LID VAN DE CLIËNTENRAAD VAN HP DE LIMES
“Het medisch dossier bij de huisarts bevat veel waardevolle informatie. Dit draagt bij aan kwaliteit en continuïteit van zorg. Toch denk ik niet dat het altijd nodig is om het volledige dossier beschikbaar te stellen. In acute situaties, waarin elke seconde telt, moet er vooral snel gehandeld worden op basis van symptomen en omstandigheden. Ik vind het belangrijk dat patiënten zelf kunnen aangeven welke informatie gedeeld mag worden. Niet alle informatie in een dossier is relevant voor de acute zorgvraag. Er kunnen ook privézaken in staan die iemand niet zomaar met anderen wil delen. Zorgverleners op de huisartsenpost moeten wel toegang hebben tot essentiële gegevens, zoals medicatie en allergieën, om goede zorg te kunnen verlenen. Daarnaast moeten patiënten er zeker van zijn dat hun gegevens veilig worden bewaard en alleen voor medische doeleinden gebruikt worden. Toestemming voor inzage moet zorgvuldig geregeld zijn. Dit vraagt om systemen die transparant en betrouwbaar zijn. Hoe we dit in de praktijk allemaal precies moeten organiseren, blijft een lastige vraag. Ik zie wel dat er stappen in de goede richting worden gezet, maar het blijft een uitdaging om een balans te vinden tussen goede zorg en bescherming van privacy.”