Marijke Maaskant
Praktijkhouder Huisartsenpraktijk Molenwijk te Katwijk aan Zee
Leeftijd 35 jaar
Moeder van drie zonen (7, 5 en 2)
Willem van der Linden
Praktijkhouder van Huisartsenpraktijk de Linde te Leimuiden
Leeftijd 59 jaar
Vader van 2 zonen (21 en 23 jaar)
Tropenarts in Papua Nieuw Guinea Van 1999 tot 2000
‘Ik zweer/beloof dat ik de geneeskunst zo goed als ik kan zal uitoefenen…’
Marijke Maaskant en Willem van der Linden herinneren zich de succesvolle afsluiting van hun studie Geneeskunde nog goed. Hoewel dit voor Willem wat langer geleden is (1991), ziet hij zichzelf nog staan, de rechterhand geheven, twee vingers recht omhoog. De eed werd afgelegd en de bul in ontvangst genomen. Marijke, die in 2018 afstudeerde, memoreert aan het bijzondere bijkomende effect: “Ja, ineens werd je voor vol aangezien, mocht je alles en werd je aangesproken met dokter.” Wat betekent het afleggen van de eed van Hippocrates eigenlijk concreet in het werk van huisartsen?
Ik zweer dat ik de geneeskunst zo goed als ik kan zal uitoefenen ten dienste van mijn medemens. Ik zal zorgen voor zieken, gezondheid bevorderen en lijden verlichten.
Willem: “Toen ik begon als huisarts had ik de ambitie om alles in het werk te stellen om mensen beter te maken. Door de jaren heen merk ik dat ik me langzaam maar zeker meer ben gaan gedragen als arts. Daarmee bedoel ik dat ik meer aandacht heb gekregen voor de opvattingen van de patiënt, meer ben gaan luisteren. Nu is er evenwicht ontstaan in het eerbiedigen van de opvattingen van de patiënt en de roep om hoe dan ook te willen genezen. In sommige gevallen betekent het zelfs dat je op je handen moet gaan zitten.”
Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen. Ik zal aan de patiënt geen schade doen. Ik luister en zal hem goed inlichten. Ik zal geheimhouden wat mij is toevertrouwd.
Marijke: “Ik heb al vaak meegemaakt dat een patiënt tegen mij zei: U bent de enige aan wie ik dit vertel. Als huisarts ben je door de geheimhoudingsplicht laagdrempelig benaderbaar. Er worden hele intieme en specifieke zaken aan je toevertrouwt, waardoor je een vertrouwensband en relatie krijgt met die patiënt. Dat is één van de mooiste dingen van ons vak vind ik.” Willem biecht op: “Ik heb wel eens boodschappen gedaan voor een complexe zorgvrager omdat die in de knel zat. Soms moet je eerst investeren om het vertrouwen te winnen. Maar het betaalt zich meestal dubbel
en dwars uit”.
Beiden ervaren dat er door instanties soms gemorreld wordt aan het beroepsgeheim. Bijvoorbeeld door politie, Veilig Thuis of GGZ. Hoewel Marijke en Willem ervan overtuigd zijn dat
dit met de beste bedoelingen gebeurt, zijn ze beiden behoorlijk waakzaam hierin. Het moet wel heel duidelijk de veiligheid van anderen raken of grote maatschappelijke gevolgen hebben eer ze enige vertrouwelijke informatie zullen verstrekken aan derden.
Een beladen zin in de eed luidt:
‘Ik zal aan de patiënt geen schade doen.’
Willem: “Het wordt bijvoorbeeld lastig wanneer je een overbezorgde moeder en haar kind in je praktijk hebt waarbij er tegenstrijdige belangen zijn. De moeder wil met allerlei onderzoeken gerustgesteld worden over een mogelijk ‘ziek kind’. Tegelijkertijd wil je als arts dat kind niet belasten met allerlei onnodige onderzoeken.” Marijke knikt instemmend: “Ja het blijft een hulpvraag en dan moeten er soms lastige afwegingen worden gemaakt, ook als patiënten zichzelf onterecht zorgen blijven maken en vergaande onderzoeken willen.”
Willem maakt deel uit van een whatsappgroepje met de titel ‘Tennissen met patiënten’. “Het zijn patiënten die door de jaren heen tennisvrienden zijn geworden. Als we bij elkaar
zijn dan kan ik niet altijd zorgeloos meepraten over gezondheidskwesties” stelt hij. Hij bewaart zijn professionele integriteit ook als het moeilijk is om te zwijgen in zo’n informele setting. Dat is precies de reden waarom Marijke blij is dat ze niet in het dorp werkt waar ze woont. “Wanneer ik met vrienden ben wil ik niet de dokter zijn, dan wil ik graag mezelf zijn. Dat kan omdat ik in Valkenburg woon en de Huisartsenpraktijk Molenwijk in Katwijk run, samen met een andere huisarts”. Dit stelt Marijke in staat om in haar privéleven zichzelf te zijn zonder de verantwoordelijkheid van haar rol als huisarts mee te dragen.
Ik zal de geneeskundige kennis van mijzelf en anderen bevorderen. Ik erken de grenzen van mijn mogelijkheden. Ik zal mij open en toetsbaar opstellen. Ik ken mijn verantwoordelijkheid voor de samenleving en zal de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de gezondheidszorg bevorderen. Ik maak geen misbruik van mijn medische kennis, ook niet onder druk.
De eed vormt voor elke individuele huisarts een kader, een vertrekpunt voor het eigen handelen menen Marijke en Willem. Van daaruit lopen ze anno 2024 onontkoombaar wel eens tegen grenzen aan. Sommige onderwerpen vragen om een zorgvuldige afweging en dat kost denkwerk. “Nu is er een nieuw middel op de markt voor mensen met overgewicht (Saxenda, Wegovy en Ozempic – red.). Vervolgens ontstaat de vraag, ga ik daarin mee? Daar wil ik me dan eerst wel goed in verdiepen voor ik het voorschrijf aan patiënten”, is Marijke van mening. Willem knikt en herkent dergelijke dilemma’s. “Mijn grenzen wringen soms ook met de toenemende mogelijkheden in de geneeskunst. Moet je maar alles doen dat kan?”
Het worstelen met ethische dilemma’s wordt er anno 2024 niet overzichtelijker op. Technologische ontwikkelingen, patiënten-rechten, juridische veranderende regels, euthanasie, zelfdoding. Hoe ga je daarmee om? Marijke neemt deel aan een intervisiegroep met voormalige jaargenoten waar ze dergelijke knelpunten anoniem inbrengt. Willem heeft het voordeel dat zijn echtgenote eveneens huisarts is. Zo delen ze, indien noodzakelijk, elkaars problematiek en proberen een weg te vinden die bij hen past.
Ik zal zo het beroep van arts in ere houden. Dat beloof ik. Of Zo waarlijk helpe mij God* almachtig.
Beide artsen hebben de eed gezworen. In hoeverre voelen zij zich buiten werktijd gebonden aan de principes van de eed? Marijke: “Als er op straat iets gebeurd ga ik wel altijd even
kijken of ik hulp kan bieden. Al merk ik in de praktijk dat je zonder spullen toch niet zoveel kan, behalve inschatten hoe ernstig het is of iemand geruststellen. Dus ja, ook buiten werktijd blijf ik dokter.” Willem vult aan: “Mensen kunnen altijd rekenen op mijn hulp. Je bent en blijft altijd dokter ook buiten werktijd.”