Tijden veranderen
Hans Bet
Gepensioneerd huisarts
Kaderarts Palliatieve zorg
65 jaar
Woont in Lisse
34 jaar huisarts geweest
Medeoprichter van Hospice Duin- en Bollenstreek
7 jaar raadslid geweest
In gesprek met:
Geeke van der Vijver
Waarnemend huisarts
31 jaar
Woont in Leiden
Als alles goed gaat, is ze op haar 65e net als Hans
34 jaar huisarts.
Tijdens de middelbare schoolperiode sneuvelde Hans’ ambitie om journalistiek te gaan studeren. Het werd hem ontraden vanwege zijn dyslexie. Zijn eerdere aspiraties om boer of boswachter te worden, had hij al in stilte laten varen. Vol overgave heeft hij zich op de studie geneeskunde gestort en vond hij zijn weg in de voetsporen van zijn vader. In het jaar 1989 neemt de 31-jarige Hans Bet de praktijk van zijn vader over.
Bet senior was in 1954 de grondlegger van de praktijk, gevestigd in Lisse. De start kenmerkte zich door een patiëntenbestand dat vooral bestond uit jonge gezinnen. Dit was van grote invloed op de toekomstige demografie van de praktijk. Toen Hans het stokje overnam, realiseerde hij zich dat stervensbegeleiding een belangrijk onderwerp zou worden in zijn loopbaan. “Mijn vader was een man van het volk.” Ik voelde me helemaal thuis in de inmiddels bloeiende praktijk. Er waren nog geen standaarden en geen patiëntenkaarten. Voordat ik coschappen ging lopen, heb ik het groene kaartensysteem opgezet. Dat was al een hele verbetering.”
Op de brug van Park Rusthoff ontmoeten ze elkaar.
Hans Bet en Geeke van der Vijver. “Ik ben met de trein”, antwoordt Geeke op de vraag van Hans hoe ze naar Sassenheim is gekomen. “Ha…”, lacht Hans en vervolgt: “……het eerste wat ik deed toen ik huisarts werd, was een lening afsluiten bij de bank van vierduizend gulden om een auto te kopen.” Iets verderop strijken ze neer en volgt er een interessant gesprek. Samen blikken ze terug en vooruit.
De aanloop van Geeke’s loopbaan werd niet beïnvloed door dokters in de familie, omdat die er simpelweg niet waren. “Al vanaf mijn tienerjaren wil ik dokter worden. Naast de wens om mensen te willen helpen, was er nog iets wat me boeide maar dat kan ik niet omschrijven. Het trok me sowieso meer dan ballerina worden of hoteleigenaar. Sinds kort ben ik
ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en heb ik mijn doel bereikt. Dat voelt best een beetje gek. Nu is er opeens ruimte voor een nieuw groter doel”, aldus Geeke die in april naar Nepal is geweest als afsluiting van haar lange studie. Waar Hans nog een groene kaartensysteem op moest zetten, komt Geeke in een bed van NHG standaarden en een gefeminiseerde en gedigitaliseerde wereld. “De standaardisering en het kwaliteitsbeleid zijn verantwoordelijk voor de grootste verandering in het vak”, concludeert Hans. “Toen ik begon was er niets, je moest het allemaal zelf verzinnen. De eerste NHG-Standaard was Diabetes Mellitus type 2 (1989).”
Geeke vraagt of de protocollering een verbetering was?
Hans denkt na: “Nou al die protocollen zijn niet blikverruimend. Het proces van zelf wroeten en verder kijken is daarmee verloren gegaan.” Helpt het Geeke? “Ik weet niet beter en ken het verschil niet. Wat mij helpt in dit vak, zijn mijn eigen zintuigen en daarop leren vertrouwen. Kennis is belangrijk maar je moet ook je oren, ogen en handen gebruiken om een goede dokter te zijn. Volgens mij is dat niet veranderd. Je leert het pas als je patiëntencontact hebt. En je leert ook van je fouten. Ik vind het fijn als ik een goede relatie heb met een patiënt.” Hans knikt instemmend en zegt: “Bij een goede relatie durft een patiënt wat terug te zeggen en dat heeft mij al vaak gered en behoed voor bijvoorbeeld een tunnelvisie.” Geeke met een glimlach: “In die zin is een waarnemer met een frisse blik misschien betrouwbaarder”. Beiden beleven zoveel plezier aan de patiëntrelatie dat soms het medische deel bijzaak wordt.
Werkdruk
Wie ervaart er meer werkdruk, de dokter van weleer of de huisarts van nu? “Vroeger was de druk veel groter. Je moest alles alleen doen. Nu zijn huisartsen ingebed in een team van assistenten, triagisten, chauffeurs en ambulance. De verantwoordelijkheid was vroeger groter, je was bij nacht en ontij aan het werk.” Geeke onderbreekt hem en vraagt hoe Hans met de huidige bureaucratie omgaat?
“Ik zeg gewoon nee. Ik schreef niet in mappen van de thuiszorg. Ik schreef geen uitvoeringsverzoeken. Wel deed ik mijn best voor de patiënt. De reden dat ik kaderarts Palliatieve Zorg ben geworden, is dat ik zag dat het nodig was in mijn praktijk.” Geeke luistert aandachtig en stelt: “Ik heb nog niet het lef om niet in de mappen te schrijven en het lijkt me ook wel relevant. De uitvoeringsverzoeken laat ik ook voor wat het is.”
De toekomst
Geeke verwacht dat technologie onontkoombaar een grote rol gaat spelen in de zorg. Dat ziet ze niet als dreiging maar als een goede manier om het personeelstekort deels het hoofd te kunnen bieden. De opkomst van AI hoort daarbij. Hans verwacht dat huisartsen de komende jaren veel te maken krijgen met de gevolgen van Long-COVID.
Bij Hans neemt het gevoel van dorpsdokter zijn langzaam af en zet hij zich in waar problemen zijn, want: “… als ik iets zie, moet ik er iets aan doen”. Dus blijft hij zich inzetten zolang als hem gegeven is. Dat er voor iedereen een einde komt, heeft hij ervaren. Hoewel hij dankbaar is dat hij deel mocht uitmaken van zoveel stervensbegeleiding, zijn het ook verhalen die mee blijven reizen naar je eigen einde. “Ik denk dat ik een lastige patiënt word,” aldus Hans.
Geeke is inmiddels gestart als waarnemend huisarts. Haar vlieguren doen haar steeds meer op zichzelf vertrouwen. “Ik denk dat ik mijn weg wel vind in huisartsenland. Ik weet in ieder geval dat ik verder wil leren en dat het zorglandschap steeds verandert.”